Logo gemeente Deventer, logo Kennis en Verkenning

Betrokkenheid realiseren door participatief begroten

Inleiding

Burgers en ondernemers moeten meer hun eigen verantwoordelijk nemen en daarvoor van de overheid ook de ruimte krijgen. Participatief begroten biedt hiervoor handvatten.

Beschrijving

De systeeminnovatie ‘participatief begroten’

Participatief begroten is een proces van democratische inspraak, participatie en/of besluitvorming waarbij burgers besluiten hoe een deel van het gemeentebudget wordt aangewend. De gemeenteraad kan vooraf de kaders en randvoorwaarden vaststellen waarbinnen een buurt, wijk of stad zelfstandig kan besluiten of kan het uiteindelijke besluit zélf nemen op basis van de voorgelegde voorstellen (ultimaat). Het is belang om de verantwoordelijkheden in het proces van participatief begroten vooraf goed vast te leggen en niet tussentijds de spelregels veranderen.

Het participatief begroten bevat over het algemeen een aantal basisstappen:
1. burgers kiezen hun bestedingsprioriteiten en kiezen vertegenwoordigers die deelbudgetten verder uitwerken;
2. de vertegenwoordigers voor deelbudgetten werken voorstellen uit en raadplegen deskundigen;
3. burgers stemmen over de voorstellen;
4. het College en de Raad voeren de topprioriteiten en belangrijkste voorstellen uit.

De resultaten en effecten van ‘participatief begroten’

De afgelopen jaren zijn op tal van plaatsen ervaringen opgedaan met het betrekken van burgers. Bijvoorbeeld bij het besteden van wijkbudgetten, het aanwenden van extra inkomsten (bijvoorbeeld besteding van eenmalige inkomsten uit de verkoop van de gemeentelijke aandelen in het energiebedrijf) of het doorvoeren van bezuinigingen. Naar schatting meer dan 1.200 gemeenten in diverse landen  hebben ervaring opgedaan met participatief begroten. Het participatief begroten is internationaal vooral toegepast op de beleidsonderwerpen schoolbudgetten, sociale woningbouw, verkeer- en vervoer, wijkbeheer en het identificeren van bezuinigingsvoorstellen. Burgers blijken vooral een waardevolle inbreng te kunnen leveren over hun eigen buurt en leefomgeving. Een wat kleinere groep van inwoners en ondernemingen kan bovendien met nieuwe perspectieven komen; zij weten (nieuwe) verbindingen te leggen tussen de maatschappelijke behoeften en de logica van het stadhuis.

Onder de naam ‘Burgers aan Zet’ zijn in 2009 en 2010 2 experimenten met Burgerbudgetten uitgevoerd in Dordrecht. Daarbij is gekozen voor 2 vormen van een buurtbudget. In één buurt was het buurtbudget bedoeld voor extra activiteiten, initiatieven van bewoners om de buurt aantrekkelijker, gezelliger, schoner te maken. Bewoners kregen daarvoor een extra budget van 150.000 euro. In een andere buurt werd een buurtbudget, opgebouwd uit reguliere budgetten voor investeringen, onderhoud en beheer van de buurt afweegbaar gemaakt. Bewoners stellen zelf prioriteiten voor de besteding van 600.000 euro. Ze maken daarbij een integrale afweging over de inzet van dit geld. In beide gevallen hadden bewoners budgetbestedingsrecht. Bewoners en niet de gemeente bepalen de besteding. Daarnaast zijn alle communicatie-uitingen samen met bewoners ontwikkeld.

Uit de evaluatie bleek dat de burgers inderdaad een verschuiving van de beslissingsbevoegdheid hebben ervaren en ook hebben gewaardeerd. In de buurten zijn op grote schaal burgers geactiveerd, waarvan echter een kleine groep in grote mate en een grote groep in beperkte mate. In beide buurten heeft de kleine groep ook medeverantwoordelijkheid genomen. Een derde resultaat is dat er veel ervaring is opgedaan in het benaderen van burgers (via burgerschapsstijlen). Bovendien zijn er nieuwe bewoners bereikt (vooralsnog moet blijken of dit leidt tot continue contact). Uit een enquête bleek 55 procent tevreden te zijn over de verloop van het experiment.

Conclusies

Effecten en resultaten van participatief begroten in Dordrecht

De lessen  die Dordrecht heeft ervaren met participatief begroten zijn dat het uiteindelijk onvoldoende gelukt is om mensen met elkaar in dialoog te brengen over der prioriteiten voor hun buurt. Ook is actief burgerschap een zaak van de lange adem; bewoners blijven toch vaak eerder naar de gemeente kijken in plaats van naar zichzelf en elkaar. Andere ervaringen zijn dat de participatie inzakt als aan de wensen tegemoet is gekomen en dat de trage uitvoeringspraktijk op bepaalde beleidsonderwerpen (openbare werken, verkeer- en vervoer) het moeilijk maakt om de burgers betrokken en gemotiveerd te laten blijven.

Bovendien bleek het belangrijk om voldoende tijd te steken in het verzamelen, ordenen en terugkoppelen van initiatieven in de buurt, terwijl het proces tegelijkertijd een snelle doorlooptijd moet hebben. Verdere lessen waren dat goed moet worden gekeken welke onderwerpen aan de keuzevrijheid van bewoners kunnen worden overgelaten – en dat dit ook een specifieke ‘ondersteuningsmentaliteit’ van de ambtelijke organisatie vraagt. De werkwijze bleek bovendien kostbaar en intensief, passend bij een intensief experimenteel traject.

Een buurtbudget alleen is geen garantie voor nieuwe initiatieven en roept in zichzelf geen verantwoordelijkheidsgevoel op. Belangrijk is de manier waarop de bewoners worden ondersteund door ambtenaren. Bovendien vraagt het blijvende en structurele aandacht om de participatie levend te houden.

 

Bron:

Nicis Institute

Datum uitgave

10/06/2011

Documenttype

Onderzoek