Kinderparticipatie is onvoldoende toegenomen
Inleiding
De groep kinderen die meedoet aan sport, cultuur, buitenschoolse en andere activiteiten is onvoldoende gegroeid. Ondanks het beleid ‘Kinderen doen mee!’ en extra financiële middelen hebben gemeenten de participatie van kinderen minder doen toenemen dan verwacht. De grootste stijging deed zich voor in de groep bijstandskinderen (9 procent). Dit blijkt uit de publicatie ‘Kunnen meer kinderen meedoen?’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Beschrijving
Afname aantal kinderen dat niet meedoet is te klein
Het totaal aantal niet-participerende kinderen daalde tussen 2008 en 2010 met 3 procent (van 518.000 naar 504.000). Bij arme kinderen werd die groep 6 procent kleiner. De onderzoekers constateren dat de doelstelling van het vorige kabinet niet is gehaald. Dat wilde gemeenten met jaarlijks 40 miljoen euro extra (in 2008 en 2009) stimuleren om het aantal niet-participerende kinderen met de helft te verminderen.
Conclusies
Beleid richten op specifieke groepen kinderen en activering ouders
Het beleid kan beter door het meer te richten op specifieke groepen kinderen. Ook is alleen het bieden van materiële steun niet genoeg. Als ouders maatschappelijk actiever zijn, vergroot dit de kans dat hun kinderen meedoen. Naast beleid gericht op maatschappelijk meedoen van kinderen is het belangrijk dat gemeenten de ouders activeren. Dit kan door hen uit de bijstand en uit hun sociale isolement te krijgen. Dat stelt staatssecretaris De Krom van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die de SCP-publicatie aan de Tweede Kamer overhandigde.
Datum uitgave
08/11/2011
Publicatiegegevens
Bron: Rijksoverheid
Documenttype
Onderzoek